Ik ben half Nederland, half Chileens. Bij mijn oma thuis eten we empanada’s. Met de familie praten we in het Nederlands, soms in het Spaans. Over het verleden praten doen we niet zoveel. Al helemaal niet over de gebeurtenissen die nog steeds pijn doen. Bijvoorbeeld over de reden waarom mijn Chileense familie naar Nederland moest vluchten. Het is een stukje geschiedenis, van zowel Chili als mijn familie, die ik graag wil vertellen. Want tot op de dag van vandaag zijn er mensen die noodgedwongen, vaak halsoverkop, hun land moeten ontvluchten.
Het verhaal begint in 1970, als Salvador Allende met de Unidad Popular de verkiezingen in Chili wint. Vanaf dat moment heeft Chili sinds lange tijd weer een democratisch verkozen linkse president. Allende wil van Chili een socialistische maatschappij maken en er liggen grote plannen op tafel. Zo wil hij onder andere het kapitaal herverdelen en bedrijven nationaliseren. Op de achtergrond speelt de Koude Oorlog, waarin de spanningen tussen het kapitalisme en het communisme oplopen. De Verenigde Staten zijn constant bang dat er een ’tweede Cuba’ ontstaat.
De militaire staatsgreep in 1973
Begin jaren ’70 krijgt Chili te maken met een economische crisis. Er heerst veel onrust in de samenleving en de politiek staat lijnrecht tegenover elkaar. Ook de Verenigde Staten bemoeien zich steeds meer met Chili. President Nixon is namelijk bang voor de ‘rode’ koers van het land. Een socialistische/communistische regering in de Amerika’s, de ‘achtertuin’ van de VS, kan alleen maar voor problemen zorgen.
Op 11 september 1973 wordt de Chileense regering van Allende omvergeworpen. President Allende pleegt zelfmoord in het presidentiële paleis in Santiago. Een staatsgreep is een feit. Het is het begin van een jarenlange dictatuur onder leiding van generaal Augusto Pinochet. De VS financieren de staatsgreep en erkennen de nieuwe regering vrijwel direct. Ook in andere Zuid-Amerikaanse landen spelen de VS een rol in de staatsgrepen van de jaren ’70.
Repressie en geweld
Niemand in Chili is veilig tijdens de militaire dictatuur. Op dagelijkse basis worden mensenrechten geschonden. Alles wat ook maar iets te maken heeft met ‘linkse’ politiek wordt verbannen en/of verbrand. Denk aan boeken, films, kunst en muziek. Mensen die zich uitspreken tegen de dictatuur verdwijnen of worden gemarteld. Het congres is ontbonden en politieke partijen zijn verboden.
Meer dan 30.000 mensen verdwijnen/worden vermoord tijdens het militaire regime (1973 – 1990). Onder hen bekende artiesten, zoals Victor Jarra en Jorge Peña Hen. Duizenden Chilenen vluchten naar het buitenland of worden verbannen. Waarom? Omdat ze volgens de militairen een ‘gevaar’ voor de samenleving vormen. Vanwege hun politieke voorkeur of omdat ze zich uitspreken tegen de gruweldaden van het militaire regime.
Het verhaal van mijn opa
Mijn opa was een socialist. Hij sprak zich uit tegen het regime en was politiek actief binnen de socialistische partij. Hem werd de mond gesnoerd. Op een dag is hij gewoon meegenomen, thuis opgepakt. Zelfs de voordeur was geen grens voor de militairen. Een tijd lang wist mijn familie niet waar hij was. Hij is gemarteld en werd vervolgens verzocht het land te verlaten. Erover praten deed hij niet.
Op zoek naar een nieuw thuis
Duizenden Chilenen vluchten tijdens het militaire regime naar het buitenland. Tussen 1973 en 1985 vluchten meer dan 2.000 Chilenen naar Nederland. Zo ook mijn moeder, samen met haar drie broers en mijn opa en oma. Mijn moeder was toen twaalf jaar oud. Gelukkig was Nederland solidair. Hier werd het gezin met open armen ontvangen en konden ze een nieuw leven opbouwen. Dit doen zij eerst in de Bijlmer en vervolgens in Sittard. Begin jaren ’90 overlijdt mijn opa. Hij is nooit meer teruggekeerd naar Chili.
Stukje geschiedenis
Voor mij is dit stukje geschiedenis, van Chili en mijn familie, nog steeds moeilijk te bevatten. Ik kan het me gewoon heel moeilijk voorstellen. Het niet mogen denken, doen en zeggen wat je wil en vervolgens je land te moeten ontvluchten. En dan óók nog te bedenken dat een grootmacht als de VS deze ellende bewust hebben veroorzaakt.
Helaas heb ik mijn opa nooit mogen ontmoeten. Toch zijn er veel lessen die ik van hem en de rest van mijn familie heb geleerd. Naast het feit dat ook de pijn nog steeds doorsijpelt. Ik ben blij dat ik mag opgroeien in een land waar ik vrij ben om te doen wat ik wil en te zeggen wat ik vind. Want deze vrijheden heeft lang niet iedereen. Op dit moment leven er (nog steeds) miljoenen mensen op een plek waar hen de mond wordt gesnoerd. Waar ze niet mogen zeggen wat ze denken en niet mogen laten merken waar ze voor staan. Als zij besluiten hun land te ontvluchten of hiertoe gedwongen worden, ben ik solidair.
Wil je meer lezen over Chili? Ga dan naar het overzicht met alle blogs over Chili.