Met grote rubberen banden en houten hekken is de weg gebarricadeerd. De wiphalavlag, de kleurrijke vlag die de oorspronkelijke bewoners van de Andes representeert, wappert in de wind. Op kartonnen borden staan leuzen geschreven als ‘No al litio, si al vida’ (‘nee tegen lithium, ja tegen water’) en ‘Luchamos para nuestros derechos’ (‘Wij strijden voor onze rechten’). De komende paar uur mogen we er niet door. De oorspronkelijke bewoners in het Noorden van Argentinië zijn het namelijk zat. De regering vindt mijnbouw en geld belangrijker dan mensenrechten en de planeet. Met grootschalige protesten proberen ze eindelijk eens gehoord te worden. Want de regering laat hen, keer op keer, in de steek. In deze blog vertel ik je meer over de mijnbouw in Zuid-Amerika, de rol ervan in de energietransitie en de kwade gevolgen voor mens en natuur in Zuid-Amerika.
Tijdens onze reis door Noord-Argentinië ervaren Simon en ik de keerzijde van de energietransitie. Het is (weer) een voorbeeld van hoe de mensen die het minst bijdragen aan klimaatverandering, het hardst getroffen worden.
De gedwongen energietransitie
De aarde is op. De afgelopen decennia hebben we de aarde gebruikt als de oneindige bron van onze welvaart. Maar guess what, grondstoffen zijn eindig. Doorgaan op dezelfde manier als dat we al jaren doen is niet mogelijk zonder onszelf en de planeet te ondermijnen. En dat betekent dat we de hele basis van onze energievoorziening moeten omgooien.
De wereld staat dus aan het begin van een grote energietransitie. Een gedwongen transitie, waarbij we fossiele brandstof gedag moeten zeggen en wind, water, zon en biomassa moeten omarmen. En het gaat ons goed af! Zonnepanelen en windmolen zijn langzaamaan onderdeel van het straatbeeld geworden. De opkomst van elektrische auto’s, warmtepompen en aardgasvrije wijken zijn nog maar het begin. Lekker bezig zou je zeggen?
Honger naar metalen
Waar in het mondiale Noorden vaak alleen de positieve gevolgen van de energietransitie te zien zijn, heeft de energietransitie ook een keerzijde. Zo is er een nieuw probleem ontstaan: een honger naar grondstoffen. Of beter gezegd een strijd. En dan met name naar metalen zoals lithium en kobalt, twee belangrijke grondstoffen voor batterijen. En batterijen, die zitten praktisch overal in (denk aan je mobiel, laptop of een elektrische auto). Bovendien zijn batterijen het antwoord op de vraag waar we nu tegenaanlopen: Hoe kunnen we de energie die we vergaren (door bv zonnepanelen) opslaan? Batterijen zijn en blijven dus hot.
Zuid-Amerika: de koning van het lithium
Zuid-Amerika is rijk aan grondstoffen. Bovengenoemde keerzijde is dus duidelijk voelbaar op het continent. Argentinië, Bolivia en Chili bezitten samen een immens grote lithiumvoorraad. Met name in de Atacamawoestijn is ontzettend veel van het spul te vinden. De regeringen in Zuid-Amerika zien lithium logischerwijs dus ook als dé kans om hun economie te boosten. In Argentinië en Chili is het winnen van lithium al aan de orde van de dag, in Bolivia begint dit langzaamaan op te komen. Naar verwachting is de vraag naar lithium in 2030 vervijfdubbelt. En wie zijn er dan natuurlijk als de kippen bij? Juist ja, buitenlandse bedrijven! De grootste spelers op de lithiummarkt zijn afkomstig uit de Verenigde Staten en China.
De vraag naar lithium en de gevolgen hiervan voor Zuid-Amerika
De gevolgen van het winnen van lithium in Bolivia, Chili en Noord-Argentinië zijn groot. Hoewel de energietransitie an sich een mooie ontwikkeling is, zijn er lokaal ontwikkelingen gaande die niet per se positief uitpakken voor mens en de natuur. Ik neem ze hieronder met je door.
De rechten van de lokale bevolking worden genegeerd
Terug naar de wegblokkade in Noord-Argentinië. De oorspronkelijke bewoners van dit gebied zijn boos, omdat de regering een nieuwe wet heeft aangenomen die hun mensenrechten schendt. Er is in Jujuy, de provincie waar de grondstof te vinden is, namelijk een algemene wetswijziging geweest zonder de inspraak en goedkeuring van de lokale bevolking. Deze wetswijziging geeft vrij spel aan mijnbedrijven die lithium uit de grond willen winnen. Zo ‘steelt’ de overheid het land dat al jaren toebehoort aan de oorspronkelijke bewoners, o.a. Guaraní en Atacameño’s. Het land dat zij al eeuwen met liefde onderhouden en niet proberen uit te putten. Daarnaast is ook het recht op demonstratie ingeperkt. Een klap voor de lokale bevolking, die al eeuwenlang kampt met uitsluiting en discriminatie. Amnesty International meldt daarnaast dat de regering de protesten, niet alleen blokkades maar ook protestmarsen, met zeer veel geweld en repressie heeft beëindigd.
Ook in Chili is het doorvoeren van plannen zonder overleg met de lokale bevolking een bekend probleem.
Lithium winnen kost veel water en vervuilt het grondwater
Iedereen is dus massaal lithium aan het winnen. Maar minder bekend is dat het winnen van lithium liters aan water kost én dat het het grondwater vervuilt. En vergeet niet, we hebben het over lithiumwinning in de Atacamawoestijn, één van de droogste plekken op aarde. Een plek waar de oorspronkelijke bewoners van Chili, die veelal leven van vee en landbouw, al jaren kampen met een watertekort. Cijfers in Chili laten zien dat er wel degelijk meer water verbruikt wordt in de regio, dan dat er terugkeert vanuit bijvoorbeeld de bergen. De impact van de mijnbouw op het water is ook één van de speerpunten geweest van het protest in Noord-Argentinië.
En vergeet niet de gevolgen voor de leefomgeving. Met mijnbouw veranderen de prachtige zoutvlakten in Zuid-Amerika in bedrijventerreinen en verliezen vogels, zoals de flamingo, hun leefgebied.
Uitbuiting lokale werknemers
Veel vraag en hongerige internationale bedrijven garanderen niet per se een veilige werkplek. De snelle opkomst van mijnbouw in Zuid-Amerika kan zorgen voor een verslechtering van de arbeidsomstandigheden van lokale mijnwerkers. Dit zien we bijvoorbeeld al grootschalig in Congo en in Peru. Voor multinationals is geld immers vaak de topprioriteit. Anderzijds kan mijnbouw natuurlijk ook juist zorgen voor werkgelegenheid en daarmee betere publieke voorzieningen.
De vloek van de natuurlijk hulpbronnen
Zoals ik al eerder schreef is Zuid-Amerika rijk aan grondstoffen zoals koper, tin, olie en goud. Dit heeft echter niet gezorgd voor een sterke ontwikkeling en groei in de regio. Het heeft er eerder voor gezorgd dat landen afhankelijk bleven van de politieke grootmachten, zij het Europa, de Verenigde Staten of nu recentelijk China. Het komt haast nooit het land zelf ten goede. De winst gaat naar een selecte groep. Landen die rijk zijn aan grondstoffen hebben dan ook veelal een arme bevolking, geen of een onstabiele democratie en kennen weinig groei. De landen zijn rijk, maar de welvaart is extreem slecht verdeeld. Dit heet ook wel ‘de vloek van de natuurlijke hulpbronnen’ en zie je bijvoorbeeld ook terug in landen in Afrika, zoals Congo (hier vind je veel kobalt in de grond). De focus van mijnbedrijven (lokaal of buitenlands) zou daarom ook moet liggen op kennisoverdracht, het opbouwen van een lokale industrie en het creëren van werkgelegenheid. Dit zijn pas investeringen waar de lokale bevolking wat mee kan. Hoe gaan de Zuid-Amerikaanse landen er deze keer voor zorgen dat ze aan de vloek ontsnappen?
Maar er zijn ook positieve ontwikkelingen
Nationalisatie van de lithiumindustrie in Chili. In chili probeert president Boric een manier te vinden om de huidige spelers op de lithiummarkt uiteindelijk samen te voegen tot één genationaliseerde lithiumbedrijf. Op deze manier kan de staat goed controle uitoefenen op hoe de lithium wordt gewonnen (win voor de natuur en lokale bevolking) en kan het land zelf profiteren van de winsten.
Bolivia sluit deals met China en Rusland om lithiumindustrie te starten in eigen land. Ook Bolivia heeft de droom om met lithium grote stappen vooruit te zetten. Vanwege het klimaat in Bolivia, moet hier echter eerst flink geïnvesteerd worden in nieuwe technieken om lithium te winnen. En hiervoor is weer een investering nodig vanuit het buitenland. Met de investeringen van buitenaf hoopt Bolivia in 2025 eigen batterijen op de markt te brengen en zo dus ‘eindelijk’ te industrialiseren’. En dat is een ontwikkeling waar iedereen in het land van mee kan profiteren.
De keerzijde van de energietransitie was voor mij iets nieuws en zet me aan het denken. Want betekent dit dat een positieve ontwikkeling op de ene plek altijd ten koste moet gaan van de mensen en natuur op een andere plek? Of is het mogelijk om met z’n allen te mikken op een rechtvaardige energietransitie? Ik denk dit laatste. Maar dan moet het mondiale Noorden wel verantwoordelijkheid nemen. Investeren in de gebieden met mijnbouw bijvoorbeeld. En ervoor zorgen dat deze landen zich verder kunnen ontwikkelen door middel van kennisoverdracht en eerlijke concurrentie. Pas dan kunnen we van de gedwongen energietransitie een rechtvaardige maken. En pas dan kan iedereen eerlijk profiteren van een betere wereld.